Ik werd net uitgenodigd door een goede ouwe vriend om zijn 60e verjaardag mee te vieren. Hij pakt het groots aan. Hij blijkt wel 20 goede vrienden te hebben. Het Idee is om met deze kudde oude Witte mannen een huis te huren en ons een werkend te buiten te gaan aan drank en hompen vlees van de BBQ. Nog niet zolang geleden zou ik hier verschrikkelijk nerveus van zijn geworden. Want dit lijkt wel een hele grove inbreuk te worden op de leefstijl die ik mij heb aangemeten om niet al te veel last van mijn Parkinson te hebben.
Ik ben namelijk vegetariër, doe aan intermittend fasting, heb alcohol een heel hele rits andere ‘voedingsmiddelen’ de toegang tot mijn lijf ontzegd, eet bij voorkeur bio…. De lijst is lang, heel erg lang.
Ik kan wel raden hoe dit gezelschap Neanderthalers voor een weekend hier op gaat reageren. In de app zie ik namelijk hele primitieve taal langskomen. Enkele voorbeelden;
Weet iemand hoe lang het duurt om een varken/koe/paard heel te koken?
En
We kunnen wel kippen boven de vuurplaats garen aan een tripot en ijzerdraad. Kan misschien ook wel wat grauwe ganzen schieten, maar dan moet je die wel goed maken, daar is meer kookskunsten voor nodig.
Mijn god moet ik daar tussen gaan zitten met mijn bordje sla en mijn glaasje water. Ja! Niets aan te doen. Ik ken deze gast al bijna 40 jaar. Dan laat je iemand niet zitten. Sowieso knap dat hij het gehaald heeft zonder veel kleerscheuren,
Ik ga me dus binnenkort onderdompelen in een bacchanaal van Romeinse proporties. Had ik al gezegd dat ik bijvoorkeur om 10 uur naar bed ga en om 6 uur op sta ;-).
En toch maak ik mij niet al te druk. Dat komt omdat het laatste jaar een verandering lijkt te zijn opgetreden in mijn relatie met Parkinson. De eerste 3 / 4 jaar van mijn ziekte was ik er voortdurend, bijna maniakaal, mee bezig. Ik wilde het begrijpen. Ik wilde weten wat ik zelf kon doen om de symptomen onder controle te houden. Heel analytisch allemaal. Continue op zoek naar oorzaak een gevolg. “Wat gebeurd er als ik deze tompoes eet?;, “Voel ik mij beter als ik niet drink?”etc. Etc. Bij sociale gelegenheden was ik altijd de gene die beleefd van alles en nog wat afsloeg. En eerlijk gezegd vond ik dat lastig. Ik had namelijk best wel zin zin die bitterballen en ik vond het ook niet fijn om tegen goedbedoelende mensen steeds nee te zeggen.
Maar de laatste tijd voelt het dus anders. Het kost me geen moeite meer. Het voelt of mijn lichaam het heeft overgenomen van mijn brein. Ik heb bijvoorbeeld geen enkele behoefte aan alcohol meer, sterker nog het staat me tegen en proteïne rijke maaltijden beeeh, ik moet er niet aan denken. Mijn lichaam maakt klaarblijkelijk zijn eigen keuze’s. Oftewel ‘er is geen wil’, maar ‘wel een weg’. Dat is een stuk relaxter dan voortdurend van alles moeten van dat stemmetje in je hoofd.